DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

maandag 07 november 2016

Boeiende uitdagingen voor het onderwijs in krimpgebieden

DNM Actueel

Klaas Pit, hoofdredacteur DNM

Steeds meer scholen hebben te maken met demografische krimp, of krijgen hier de komende jaren mee te maken. Landelijk wordt voor de komende vijf jaar een krimp verwacht van ongeveer 7% in het voortgezet onderwijs. Maar de verschillen tussen regio’s zijn groot. In de Randstad bijvoorbeeld is er de komende jaren nog sprake van een toename van het aantal leerlingen, maar in verschillende regio’s in het zuiden, oosten en noorden van ons land zien we op weg naar 2020 en 2025 krimppercentages van tussen de 15% en 25%; een enkele regio kent zelfs een krimppercentage van bijna 30%.

In het kader van deze leerlingendaling heeft OCW diverse maatregelen getroffen om scholen te helpen de krimp aan te pakken. Zo kunnen regio’s subsidie krijgen voor regionale procesbegeleiding en zijn de zogenaamde 50%-regeling en de fusietoets versoepeld voor krimpregio’s. En dat helpt. Maar het echte werk moet van de scholen zelf komen (al mag de overheid overigens ook nog wel iets meer doen).

Op basis van ervaringen die ik in de afgelopen twee jaren samen met mijn collega’s heb opgedaan in tien krimpregio’s, is een eerste balans op te maken van vraagstukken die je tegenkomt en oplossingsrichtingen die worden ontwikkeld. In deze DNM Actueel bespreek ik kort drie vraagstukken die spelen bij het vinden van passende antwoorden op de leerlingendaling.

Bestuurlijke verantwoordelijkheid en intern toezicht
In de krimpregio’s is de vraag naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid eigenlijk al geen vraag meer. Naast de verantwoordelijkheid voor de eigen organisatie voelen de bestuurders ook heel duidelijk een verantwoordelijkheid voor de regio waarvan de school deel uitmaakt. De bestuurders vinden elkaar dan ook vrij snel in een gezamenlijke regionale agenda rondom het krimpvraagstuk.

Dat is niet altijd het geval bij de toezichthouders. Het kost de Raden van Toezicht vaak meer moeite om oplossingsgericht te denken vanuit een regionale agenda, waarbij ook gekeken wordt naar de positie van de afzonderlijke organisaties. Vooral als de denominatie in het geding is, kan dit leiden tot een behoorlijk oponthoud in het proces, of zelfs tot minder gewenste scenario’s.

De demografische krimp stelt opnieuw de vraag naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid en de opstelling van het intern toezicht. Hoeveel ruimte geven en nemen beide om tot een verantwoorde aanpak te komen en hoe kun je dat verantwoorden vanuit een visie op governance.

Scenario-ontwikkeling
Als het gaat om vragen naar een toekomstvisie en de ambities die de scholen daarin delen (toekomstbestendig onderwijs in de regio overeind houden in de vorm van een breed en gevarieerd aanbod), weten de scholen elkaar goed te vinden. Maar hoe je van deze visie en ambitie ook daadwerkelijk een nieuwe praktijk maakt, is een ander verhaal. Welke vestigingen gaan we sluiten of samenvoegen, of hoe gaan we het onderwijs (heel) anders inrichten om met veel minder leerlingen toch verantwoord onderwijs aan te kunnen blijven bieden - dat zijn vragen die een beroep doen op zorgvuldig onderzoek (data-analyse), communicatie (intern en extern) en scenario-ontwikkeling. In relatie tot het krimpvraagstuk vragen deze om een vernieuwde aanpak, omdat de emotionele betrokkenheid hoog is, de opvattingen over wat nog wel kan en wat niet, erg uiteenlopen en de gevolgen voor de regio vaak ingrijpend zijn.

Een nieuwe dynamiek
Werken aan het vinden van oplossingen voor het krimpvraagstuk geeft in de regio ook een hele nieuwe dynamiek. Scholen die elkaar jarenlang tot het uiterste beconcurreerd hebben in de slag om de leerling, gaan nu samen op zoek naar betere aanpakken. Hierbij is het vaak aantrekkelijk om weer eens helemaal vanaf het begin naar het onderwijs in de regio te kijken.

Zo hebben zes bestuurders in regio A (waar de krimp behoorlijk is, maar waar de scholen kunnen blijven bestaan) samen met het toeleverend onderwijs, het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt in beeld gebracht hoe het onderwijs er de komende jaren uit gaat zien en hoe dat kan worden gerealiseerd. Veel activiteiten om dit bereiken (zoals professionalisering, digitalisering en contentontwikkeling) worden samen opgepakt, omdat door de krimp de financiële middelen behoorlijk terug gaan lopen. Zo’n vijf jaar geleden werd deze regio gekenmerkt door een felle concurrentiestrijd tussen de scholen.

In regio B moeten wel scholen worden samengevoegd, omdat er anders over ruim vijf jaar geen bestaansrecht meer is voor het VO in deze regio. Ook hier hebben de bestuurders de handen ineen geslagen om één nieuwe school voor beroepsonderwijs te maken (in plaats van het huidige aanbod op drie vestigingen) en één school voor mavo, havo en vwo (in plaats van twee). Beide scholen krijgen de ruimte om te gaan werken vanuit een nieuw onderwijsconcept en de gemeente denkt volop mee in het realiseren van passende huisvesting.

Een oproep in plaats van een link
We kunnen hier nog wel even doorgaan met vraagstukken en nieuwe ontwikkelingen, maar we laten het voor nu hierbij. Nu bent u op deze plaats gewend door gelinkt te worden naar een eerder verschenen artikel in De Nieuwe Meso, maar over dit onderwerp hebben we nog niet eerder gepubliceerd. Dat gaan we doen in het eerste nummer dat in 2017 verschijnt. Vandaar hier geen link, maar een oproep. Wij willen graag sprekende voorbeelden hebben van ervaringen, vraagstukken, mooie oplossingsrichtingen en boeiende conflicten die te maken hebben met het krimpvraagstuk. Wij gaan hier dan mee aan de slag voor de special over dit onderwerp in 2017.

U kunt hiervoor contact opnemen met klaaspit@bmc.nl



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.