DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

woensdag 26 augustus 2015

DNM ACTUEEL

Klaas Pit

De docent aan zet, maar niet in z’n eentje

De zomervakantie zit er op. Na een zomerse opknapbeurt beginnen de docenten weer aan hun lestaak. Het is elk jaar opnieuw een frisse start waar uitgerust en vol energie aan wordt begonnen. Het is ook elk jaar weer het moment voor enkele beschouwende ingezonden stukken in de landelijke dagbladen: vanuit inspiratie of frustratie ontstaat blijkbaar gedurende de zomervakantie een al dan niet samenhangend verhaal, dat een plaats krijgt op de opiniepagina van één van de dagbladen. Ook dit jaar weer. Trouw en NRC Handelsblad publiceerden op dezelfde dag twee ingezonden brieven van leraren over hun werk. In de eerste bijdrage is een leraar aan het woord die zijn frustratie verwoordt over het werk van alle onderwijskundigen en adviseurs die het onderwijs hebben geruïneerd en in de tweede bijdrage presenteert de schrijver zich als leraar die met zijn collega’s aan het roer wil staan om samen nog (veel) meer van het nieuwe schooljaar te maken.

Wiskundedocent Marc Oskam kijkt in Trouw van 18 augustus met het nodige chagrijn terug op de onderwijskundige vernieuwingen van de afgelopen twee decennia: van studiehuis en het nieuwe leren via competentiegericht onderwijs en portfolio’s naar opbrengstgericht werken. Al deze vernieuwingen, aldus Oskam, zijn het werk van onderwijskundigen die van onderwijs geen verstand hebben: “De atomistische en daardoor zielloze wetenschap onderwijskunde, die zich gespecialiseerd heeft in het stukknippen van alles wat heel is, heeft geen kennisbasis die bestand is tegen hypes.” Deze aanval op de onderwijskundigen vraagt helaas driekwart van de bijdrage. Pas in de laatste drie alinea’s van zijn ingezonden stuk komt Oskam op een thema waar het gesprek beter over kan gaan, namelijk dat de leraren zelf aan zet zijn en moeten aangeven waar het onderwijsdebat over moet gaan. De onderwijskundige wordt dan alleen ingeroepen als hij de leraar hierbij kan helpen: “Continu hinderen wordt dan helpen”, oordeelt Oskam. Wat helaas in het midden blijft is, wat dit allemaal uiteindelijk moet opleveren: weer terug naar hoe het ooit was, of nieuwe wegen zien te vinden hoe het onderwijs er dan wel moet komen uit te zien …

Wat dat betreft is biologiedocent Arjan Miedema in NRC Handelsblad van 18 augustus een stuk duidelijker. Zonder enig chagrijn wijst hij op de geïsoleerde positie waarin de docent werkt: “Zelf mijn lessen voorbereiden om me dan na de laatste bel af te vragen of het nou goed was of niet”. En ook al heeft hij veel zin in het nieuwe schooljaar, dit wil hij zo niet langer: het is niet goed voor hemzelf, maar vooral is het niet goed voor de kwaliteit van het onderwijs op zijn school (of welke school dan ook). Hij wil niet meer solo, maar samen met zijn collega’s aan de slag: de kunst bij elkaar afkijken, samen lessen maken en evalueren en in gesprek gaan met leerlingen en ouders. Miedema: “De cultuur van ‘samen doen’ moet worden gestimuleerd”. Binnen zijn sectie is hij er vorig schooljaar voorzichtig mee begonnen op de vrijdagmiddag. Hij eindigt zijn bijdrage met twee structurele veranderingen die nodig zijn om samenwerken en werken aan goed onderwijs mogelijk te maken: een dagdeel per week vrij roosteren zodat leraren samen kunnen werken aan hun lessen en ontwikkeling en (of) volgend schooljaar vier weken vakantie nemen en een week langer doorgaan en een week eerder beginnen. Ik zet voorlopig even in op de eerste faciliteit als de meest kansrijke.

Beide docenten doen, vanuit een heel verschillend perspectief een oproep om de docent meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven voor het onderwijs en de kwaliteit daarvan. Juist daarover (meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de docent), heeft Marco Snoek in DNM (september 2014) een mooie beschouwing geschreven onder de titel Leiderschap van leraren. Een kwestie van geven en nemen. Hierin verkent hij, onder andere op basis van onderzoek in scholen, wat het betekent voor een school om leraren meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven, waarom dat wenselijk is en hoe dat gerealiseerd kan worden.

Overigens verscheen precies op het moment dat deze nieuwsbrief in productie zou gaan, ‘In het curriculum toont zich de meester!’, waarin een groep leraren duidelijk maakt wat die verantwoordelijkheid zou kunnen – of beter: zou moeten – inhouden. In dit bestek kan ik onmogelijk het complete manifest recht doen; ik beperkt me tot een enkel illustratief aspect. Methodes worden door leraren, aldus de opstellers, vaak geïdentificeerd met het curriculum. Dat is in veel opzichten eerder een kwestie van perceptie dan van iets dat werkelijk van bovenaf is opgelegd. Daarom moet er een curriculum komen dat duidelijk zichtbaar ruimte biedt zodat leraren zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de doelen en inhouden van ‘hun’ onderwijs. De opstellers schetsen in het manifest niet alleen de contouren van dat (kern)curriculum, maar ook van de wijze waarop dat tot stand zou moeten komen.

Download gratis het artikel "Boundaries in opleiding en school" van Marco Snoek. 



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.