DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

maandag 28 juni 2021

Onderwijs is geen interventie

Beschouwing

Jan Bransen, hoogleraar

Jaren geleden hoorde ik iemand klagen over de inefficiëntie die hem in een kleine supermarkt in Madrid was opgevallen. Het stoorde hem dat de caissière de bedragen aansloeg op de kassa, dat het totaalbedrag door een tweede medewerker nagerekend werd, dat ondertussen een volgende medewerker de boodschappen inpakte en dat een vierde medewerker bij de deur dat alles gadesloeg om bij het verlaten van de winkel de deur te openen. Vier mensen waren druk met een taak waarvoor dankzij de zelfscanner in Nederland niemand nodig was. “Wat een onvoorstelbare inefficiëntie,” brieste hij. “Middeleeuws!”

Ik moet hieraan denken terwijl ik verontrust door de menukaart van het Nationaal Programma Onderwijs klik. Het was mijn gesprekspartner toentertijd ontgaan dat er in Spanje sprake was van een enorme werkloosheid en dat de inefficiëntie iets anders zichtbaar maakte: een krachtige vorm van solidariteit, het delen van schaars betaald werk, het samen zinvol doorbrengen van tijd. Efficiëntie had in die supermarkt niets te zoeken. Het was voor die Madrilenen een waarde­loze waarde. In een efficiënte supermarkt zou er voor bijna niemand werk zijn geweest, hadden ze op de stoep kunnen staan lummelen,
in de rij kunnen staan bij een arbeidsbureau en ’s avonds met een pannetje langs de gaarkeuken kunnen gaan. Nu waren zij met
en voor elkaar nodig en maatschappelijk nuttig bezig.

Ik moet hieraan denken omdat effectiviteit op precies dezelfde manier in het onderwijs een waardeloze waarde is. Effectiviteit is een eigenschap van interventies, maar onderwijs is helemaal geen interventie. Twee maatschappijbrede ontwikkelingen hebben ons dat de afgelopen dertig, veertig jaar echter wijsgemaakt: enerzijds de economisering van publiek beleid en anderzijds de medicalisering van de gedragswetenschappen.

Publieke zaken als zorg, openbare orde en onderwijs zijn met de opkomst van New Public Management veranderd in maatregelen met een prijs en een opbrengst, maatregelen die begroot worden en waarbij marktwerking voor een gunstige kosten/baten-verhouding moet zorgen. Onderwijs heeft een prijs gekregen in plaats van een waarde. Het is een item op de rijksbegroting geworden.

De opkomst van het medische onderzoeksmodel in de gedragswetenschappen heeft dat nieuwe management gefaciliteerd. Onze omgang met elkaar zijn we daardoor anders gaan conceptualiseren. Van medische ingrepen weten we immers dat ze als interventies uitstekend protocollair te beschrijven zijn en daardoor prijsbewust te begroten. Zij zijn daarom, zo was het idee, een goed voorbeeld voor het professionaliseren van de sociale sector. Als reeksen interventies zijn publieke zaken te begroten. Ja, ja.

Deze ontwikkelingen hebben het onderwijs geen goed gedaan. We zien dat nu scherp, nu het ministerie van Financiën de sector via het NPO heeft belast met een enorme bak geld. Die 8,5 miljard is namelijk niet voor goed onderwijs bedoeld, maar voor effectieve interventies. Onderwijs is echter eerst en vooral een kwestie van interactie tussen leerlingen en leraren, een voortdurend samenspel, waaraan iedereen bijdraagt en waarin iedereen leert. De bijdrage van de leraar beschouwen als een interventie is een vervorming. De logica van interventies is namelijk een radicaal andere dan de logica van interacties.

Een interventie is een isoleerbare ingreep in een proces dat zijn eigen dynamiek heeft en dat zonder ingreep slecht verloopt. De medische wetenschap heeft ons daar veel voorbeelden van gegeven. Denk aan de huidige vaccinatie tegen Covid-19. De overheid hunkert naar een vergelijkbare ingreep in het onderwijs, want de cijfers suggereren dat de kwaliteit achteruit holt. En geld is goedkoop. Dus kom maar op met je effectieve interventies.

Onderwijs is echter meer dan lesgeven en lesgeven is iets anders dan het plegen van een ingreep in een ontwikkelingsproces dat zonder die ingreep slecht zou verlopen. Onderwijs is een alledaags maatschappelijk arrangement waarin de jongere en de oudere generatie elkaar in hun ontwikkeling stimuleren. Kenmerkend is de dynamiek: jongeren ontwikkelen zich razendsnel, en veelal sprongsgewijs, in continue interactie met de ouderen. Al dat gedrag grijpt onophoudelijk ineen. Te denken dat er isoleerbare interventies te identificeren zouden zijn waarvan op een context-onafhankelijke manier de effectiviteit vastgesteld kan worden, en voorzien kan worden van meer of minder sterk overtuigend bewijs… het is té banaal en té verdrietig voor woorden dat zovele onderwijswetenschappers dit zijn gaan geloven en langs deze lijnen hun onmisbaarheid zijn gaan verkondigen.

Gelukkig is er veel kritiek op het NPO. Laat dat vooral kritiek zijn op de onderliggende kijk op onderwijs. Laten we het onderwijs bevrijden uit die desastreuze ‘effectieve interventie’-logica. Laten we werken aan een onderwijsklimaat waarin een leven lang leren en ontwikkelen voor iedereen de gewoonste zaak van de wereld is. Want efficiëntie en effectiviteit zijn systeemwaarden, geen waarden voor mensen die er met en voor elkaar zijn, die samen de tijd hebben, de tijd van hun leven.

 

Jan Bransen
Academisch leider van het Radboud Teaching and Learning Centre
j.bransen@pwo.ru.nl



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.