DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

woensdag 24 augustus 2016

LEZERS LAZEN OOK...

Maarten Vansteenkiste en Bart Soenens, Vitamines voor groei ( Acco, Leuven 2015)

Rob Martens

Vitamines voor groei is geschreven door mijn Vlaamse collega’s Maarten Vansteenkiste en Bart Soenens. Het behandelt een belangrijk onderwerp, namelijk de zelfdeterminatietheorie (ZDT) van de Amerikaanse onderzoekers Edward Deci en Richard Ryan, die ook het voorwoord schreven. In het boek wordt uitgelegd wat deze theorie, die op dit moment gezien kan worden als de belangrijkste motivatietheorie in de psychologie, te vertellen heeft over opvoeding en onderwijs.

Waarom is dit nou zo belangrijk? Iedereen heeft een leken-motivatietheorie in zijn hoofd. Bijvoorbeeld: leren is niet leuk, daarom moet je kinderen verplichten het te doen. Of: door medewerkers bonussen te geven gaan ze beter werken. Of het omgekeerde daarvan: door scholen of gezondheidsinstellingen te vergelijken op een publieke ranglijst (‘naming & shaming’) worden hun prestaties verbeterd. Of: het is goed om voortdurend te toetsen en het curriculum af te dekken met examens want als je niet toetst, leren studenten niets.

Er zijn de nodige psychologen, waaronder ik-zei-de-gek (ik schreef zelf ook al eens een boek over ZDT), die zich verzetten tegen dit, wat wel eens ‘economisch denken’ wordt genoemd. Het (‘neoliberale’) idee bijvoorbeeld dat het organiseren van een verplichte competitie prestaties van mensen per definitie verbetert. Psychologen wijzen erop dat dit een te beperkte opvatting over menselijke motivatie weerspiegelt waarvan de onjuistheid met veel onderzoek is aangetoond. Het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie, dat cruciaal is in de ZDT, wordt dan namelijk ontkend. De voorbeelden die ik hierboven gaf, zijn allemaal extrinsieke motieven en onderzoek laat zien dat die de intrinsieke motieven juist verdringen. Dus wanneer leerlingen teveel getoetst, afgerekend en onder druk gezet worden, leidt niet tot beter, maar juist tot slechter leren. In essentie laat ZDT zien dat leren vanzelf gaat, dat mensen het van nature doen. En dat je je dus vooral moeten afvragen wat de psychologische basisbehoeften zijn die bij mensen bevredigd moeten worden om die intrinsieke motivatie niet te verliezen. Simpel gezegd: om iemand te motiveren kun je beter iets niet doen dan wel. Dit alles wordt uitgebreid uitgelegd in dit boek, met vele voorbeelden.

Het is kennis die wat mij betreft net zo cruciaal is en in het voortgezet onderwijs een plek zou moeten krijgen naast de al te eenzijdige aannames over menselijk handelen die door de economische wetenschap verkondigd worden en die helaas verplichte kost zijn op school.

Vansteenkiste en Soenens hebben in België het werk voortgezet van de helaas te vroeg overleden hoogleraar Willy Lens aan wie het boek is opgedragen. Hoewel het zeer goed gedocumenteerde  boek primair bedoeld is als een toegankelijk handboek, telt het meer dan 700 pagina’s. En dat is dan ook meteen mijn voornaamste kritiek. ZDT wordt uitstekend uitgelegd en het is wat mij betreft heel goed dat de auteurs dit met zoveel enthousiasme op zich genomen hebben. Maar dat enthousiasme heeft het boek zo dik gemaakt dat het de relatief simpele waarheid die ZDT verkondigt, en die met overweldigend veel empirisch bewijs onderbouwd is, een beetje overstemt. Toch raad ik u dit boek aan. Want eigenlijk is het alarmistisch. Wat dacht u bijvoorbeeld van dit citaat op pagina 164, waarin cijfers worden genoemd over hoe laag de intrinsieke motivatie op scholen is: “Zo scoren Vlaamse leerlingen uit het secundair onderwijs scoren laag (39%) tot zeer laag (21%) op de vraag naar hun motieven om te leren 'omdat ik studeren boeiend vind'”. Voor Nederland kwam de Inspectie in de 'Staat van het onderwijs' een paar jaar geleden tot dezelfde conclusie: in vergelijking met leerlingen in andere landen zijn Nederlandse leerlingen op school weinig gemotiveerd om te leren’ (Staat van het onderwijs 2013, p. 25).  Vansteenkiste en Soenen merken bij hun cijfers op: ‘Deze cijfers zijn best dramatisch te noemen. Als volwassenen even weinig plezier aan hun job zouden beleven als kinderen aan hun schoolwerk, dan zou ze ander werk zoeken. Hoewel de meerderheid van de jongeren dus te kennen geeft de leerstof saai tot oersaai te vinden, hebben ze geen andere keuze dan naar school te blijven gaan.” Wat mij betreft is dit het belangrijkste probleem van ons onderwijs, van PO tot en met WO, en is het een bron van gigantische talentverspilling. Dit boek, dat handreikingen geeft om daar iets aan te doen is, ondanks zijn kloeke omvang, dus zeer lezenswaardig.

 

Rob Martens is als hoogleraar verbonden aan de Open Universiteit en is tevens wetenschappelijk directeur van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs

 



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.