DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

maandag 28 juni 2021

Over (be)sturen en leren

Beschouwing

Emmeken van der Heijden, rector

De minister kondigde in mei de opening van de scholen aan. Veel schoolbesturen kwamen daartegen in verweer. De onderwijskwaliteit, de veiligheid en de korte periode tot de zomervakantie waren argumenten die schoolbesturen aanvoerden in hun pleidooi om de scholen half geopend te houden. Maar ging het in wezen wel om de inhoud van die argumentatie? Na een jaar sluitingen en openingen van de scholen kwam hier iets anders op tafel, namelijk de beslissingsbevoegdheid van onderwijsbesturen.

De zorgsector is net als de onderwijssector een publieke zaak. Beide hebben een maatschappelijke taak en daarmee ook de plicht de besteding van de maatschappelijke middelen te verantwoorden. En toch is er ook een groot verschil. Een minister van volksgezondheid zal nooit bepalen wat er in de spreek- of operatiekamer gebeurt. De medische handelingen zijn de verantwoordelijkheid van de medische sector zelf. Heel anders gaat dat in het onderwijs. De minister van onderwijs bepaalt immers wel degelijk wat er op scholen en in de klas gebeurt. Dit jaar is dat eens te meer duidelijk geworden. Scholen zijn daarmee uitvoeringsinstanties pur sang geworden. En de cruciale vraag is waar de professionaliteit van de sector is gebleven.

Tijd voor een herijking van rollen en verantwoordelijkheden lijkt me. Een herijking die hard nodig is, want het onderwijs zelf is in beweging en daarmee op het eerste gezicht complex geworden. Autonomie, verbinding, eigenaarschap, verantwoording en eigen verantwoordelijkheid. Leerlingen, docenten, ondersteunend personeel, schoolleider, schoolbesturen, rectoren, bovenschoolse rectoren en rector-bestuurders. Waar staan we nu eigenlijk?

Laten we eens een poging wagen om een ordening aan te brengen in deze complexiteit. De kern is het leren van leerlingen. Dat leren bestaat uit drie niveaus: het leren van kennis en vaardigheden (eerste orde), het leren leren, onderzoeken en reflecteren (tweede orde) en het samen leren, met medeleerlingen en in praktijk (derde orde). Deze drie niveaus zien we ook bij docenten: zij beheersen hun vak (eerste orde), zij reflecteren op hun eigen onderwijspraktijk (tweede orde) en verbinden hun vak samen met collega’s aan maatschappelijke thematiek (derde orde). En op schoolniveau: het onderwijs sec, onderzoek naar effecten van eigen onderwijspraktijk en verbinding van de school aan maatschappelijke partners zoals de vervolgopleidingen.

Bovenstaande ordening laat zien waar het ministerie afgelopen jaar de plank missloeg. In de uitspraken van Rutte zoals ‘niet alleen een mentoruurtje’ of de opmerking van Slob ‘leerlingen moeten er rekening mee houden dat ze door de coronacrisis dit schooljaar blijven zitten’ gaat immers een minimale opvatting over leren schuil: alsof leren alleen maar het aanleren van kennis en vaardigheden in de klas betreft. Leren, ontwikkelen en groei zijn veel meer dan dat.

Hoe kunnen we de professionaliteit van de onderwijssector nu opnieuw definiëren? Door te beginnen bij de leerling. We (= de onderwijssector) zijn ervoor om de leerling op te leiden tot een autonome en sociale burger, die kennis en vaardigheden bezit, die blijft leren en in verbinding staat met de wereld om zich heen. Alle beslissingen in het onderwijs moeten er dan ook op gericht zijn om dit leerproces te faciliteren. Dat betekent dat docenten niet alleen kennis en vaardigheden overbrengen, maar leerlingen ook begeleiden in het kritisch bevragen van de stof, in het leren leren en in het toepassen van de kennis op andere vakken of praktijkthema’s. Docenten geven vervolgens het voorbeeld en acteren op dezelfde drie niveaus met als ultiem effect dat zij als professional nieuwe waarde toevoegen aan het vak of de maatschappij. Net als leerlingen zijn docenten autonoom en tegelijkertijd altijd in verbinding met elkaar, met collega’s en met de school.

Schoolleiders hebben vervolgens met name de taak zich bezig te houden met de tweede en derde orde van leren: zicht houden op en eventueel bijsturen van de kwaliteit van het geheel, verbeteren van het onderwijs binnen de school en de verbinding leggen met andere maatschappelijke partners ten behoeve van het leren van leerlingen. Sturen op kwaliteit, samenhang en samenwerking.

En de onderwijsbesturen dan? De onderwijssector kent door zijn historie ontzettend veel lagen, niveaus en structuren die onvergelijkbaar zijn, van eenpitters tot grote onderwijsbesturen. Alleen al de beschikbare tijd en de hoeveelheid maakt dat taken en verantwoordelijkheden heel verschillend zijn verdeeld. Energie stoppen in het gelijk maken van die structuren is niet zinvol. Wat wel zinvol is, is te allen tijde focus houden op waar het in de kern om gaat: het stimuleren en faciliteren van het leren van leerlingen. Hoe dan? Door ook op dit niveau samenhang en samenwerking te zoeken. Door samen kennis te ontwikkelen op nieuwe en innovatieve vraagstukken, door onderzoeksmatig te kijken naar wat er feitelijk in het onderwijs gebeurt en kennis te generen die bijsturen mogelijk maakt, door de massa te gebruiken om in de keten zaken ten gunste van de leerlingen te veranderen, zoals de leerlijn van het primair onderwijs tot en met de vervolgopleidingen, of de leermiddelenmarkt te beïnvloeden. Door het systeem om te vormen zodat alle prikkels in het systeem leiden tot een gesprek over leren en niet over taakuren. Door met andere woorden met name zich te richten op de tweede en derde orde van leren: het voortdurend verbeteren van de sector zelf en de sector verbinden aan maatschappelijke ontwikkelingen.

En de minister? Laat hem na deze crisis met de onderwijsbesturen om tafel gaan en de onderliggende opvattingen over onderwijs en leren blootleggen. Laat ze samen analyseren welke beslissingen bijdragen aan dat leren. Laat ook het ministerie en de regering leren van het onderwijs in coronatijd en tot slot, laat ze samen definiëren wat binnen deze kaders autonomie en verbinding inhoudt. Het start en het eindigt bij het leren van leerlingen en elke beslissing op elk niveau heeft daar invloed op.

 

Emmeken van der Heijden
Rector Van Maerlantlyceum Eindhoven
e.vanderheijden@vanmaerlantlyceum.nl



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.