DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

maandag 30 oktober 2023

Perspectieven op inclusief onderwijs

Leestip

Puk Witte, redacteur DNM

Inclusief Onderwijs staat sinds een paar jaar stevig op de agenda in Nederland. Dat werd misschien ook wel tijd: Nederland loopt internationaal gezien achter in het inclusiever maken van het onderwijs. De motie van Van Meenen (2019), de evaluatie van het Passend Onderwijs (2020) en het advies van de Onderwijsraad: Steeds Inclusiever (2020) riepen allemaal op om nu toch echt werk te maken van inclusief onderwijs. Een handschoen die is opgepakt door minister Slob met de Kamerbrief Evaluatie en Verbeteraanpak Passend onderwijs (2020) en daarna is geconcretiseerd onder Dennis Wiersma in de contouren van de Werkagenda Route naar Inclusief Onderwijs 2035”. Geen eenvoudig gesprek, zo blijkt al uit het feit dat de partijen die namens de leraren aan de gesprekstafel over de route plaatsnamen, deze tafel al vrij snel verlieten. Werken aan inclusief onderwijs in tijden van een groot lerarentekort en zonder ruimte voor structureel extra geld om deze verandering te ondersteunen, is problematisch en frustreert het gesprek.

Toch kunnen we het ons niet veroorloven het gesprek niet te voeren. Zonder een goed gesprek hierover  zal er geen verandering op gang komen. Inclusief onderwijs, dat vergt in eerste instantie een zeer intensief gesprek over op alle niveaus: op politiek niveau, binnen samenwerkingsverbanden en met de gemeente en binnen besturen en scholen. En gelukkig hoef je voor dat gesprek nog niet meteen extra specialisten, handen en voorzieningen te hebben. Het gesprek is in het veld dan ook stevig gaande, ook al is het politiek gezien na het aftreden van Dennis Wiersma even wat rustig rond dit thema.

Het gesprek over inclusief onderwijs is een ingewikkeld gesprek. Niet in de laatste  plaats omdat het begrip op veel verschillende manieren wordt uitgelegd. Gaat het erom dat alle leerlingen naar elke school moeten kunnen, gaat het om het afschaffen van het speciaal onderwijs, gaat het om het uitgaan van verschillen (in plaats van omgaan met verschillen)? En over welke leerlingen hebben we het dan? Leerlingen die nu in het vso zitten, leerlingen die nu niet naar school gaan, leerlingen die nu een vrijstelling hebben? Gaat het ook om het includeren van nieuwkomers en meer ruimte bieden aan verschillen, zodat ook minderheden zich meer thuis voelen binnen het onderwijs? Daarnaast is ook niet voor iedereen helder wat nu de meerwaarde is van inclusief onderwijs: waarom zou je het eigenlijk moeten willen? Niet zo gek ook: veel mensen die werkzaam zijn in het brede veld van het onderwijs hebben vaak weinig ervaring met buitengesloten worden.

De emoties lopen bij dit gesprek niet zelden hoog op; vaak omdat mensen elkaar in het gesprek niet goed begrijpen, maar ook omdat het onderwerp zeer beladen is, zowel voor mensen die ervaringsdeskundige zijn op het vlak van exclusie en uitsluiting, als voor leraren, die toch al grote druk ervaren in het onderwijs en zich door hun werkgever, de lokale partners of de overheid niet gehoord en gefaciliteerd voelen. Alvorens het gesprek te voeren over inclusief onderwijs is het daarom van belang om met elkaar meer inzicht te krijgen in wat inclusief onderwijs is en wat redenen zijn om hieraan te werken in Nederland.

Recente boeken over inclusief onderwijs
Het is al met al geen wonder dat er zeer recent in Nederland meerdere boeken verschenen zijn over inclusief onderwijs. Een bekende titel is Samen inclusief onderwijs realiseren van Anke de Boer, Elke Struyf, Sara Nijs en Simone Doolaard. Dit boek met de ondertitel Een handboek voor professionals binnen en buiten het onderwijs kwam in 2022 uit en is sindsdien binnen menig samenwerkingsverband uitgedeeld. Het is zoals de ondertitel al aangeeft een boek dat op zeer gestructureerde wijze voor verschillende professionals in verschillende stadia van ontwikkeling aangeeft welke stappen zinvol kunnen zijn bij het werken aan inclusief onderwijs. Net over de grens bracht Beno Schraepen ook in 2022 zijn boek Excluses: Wat uitsluiting doet met mensen uit. Net als Nederland is België niet bepaald een gidsland ten aanzien van inclusief onderwijs; Beno Schraepen (orthopedagoog en docent aan de Artesis Plantijn Hogeschool in Antwerpen) was alle excuses om niet aan inclusie te werken zat en muntte het mooie woord ‘excluses’ voor al die bezwaren die hij tegenkomt. Een zeer lezenswaardig boek.

Een bekende Nederlandse spreker over inclusief onderwijs is Bert Wienen. Afgelopen september verscheen zijn boek: Van individueel naar inclusief onderwijs, met als ondertitel: Pleidooi voor minder labelen en meer aandacht voor de kracht van onderwijs. Een boek in lijn met het verhaal dat hij inmiddels binnen menig samenwerkingsverband gehouden heeft: inclusief onderwijs is gewoon heel erg goed onderwijs. Maar net daarvoor, ook in 2023, zag nog een ander boek het licht: Perspectieven op inclusief onderwijs.  

Perspectieven op inclusief onderwijs
Een boek dat zijn titel eer aan doet. En dat maakt het in mijn ogen zo goed. Zoals gezegd is het gesprek over inclusief onderwijs vaak een lastig gesprek. Het is niet altijd duidelijk wat er precies bedoeld wordt met inclusief onderwijs, we weten niet altijd waarom het een goed idee zou zijn en we ontberen inzicht in hoe dat er precies uit kan zien. En dat is precies waar dit boek zo goed in is. Het verruimt je blik! Meer grip op het gesprek over inclusief onderwijs zal het boek misschien niet direct geven; het gesprek zal echter wel rijker worden en de gesprekspartners meer mogelijkheden geven zich te verplaatsen in de ander en te denken over andere praktijken.

Het boek kent - na inleiding en voorwoord – vijf delen en een slotakkoord. De ordening in vijf delen is helpend, maar de hoofdstukken zijn ook erg goed op zichzelf te lezen. Het eerste deel gaat over exclusie en het gedachtegoed dat daaronder ligt. Niet veroordelend, wel inzicht gevend. Een conclusie is dat inclusief onderwijs vraagt om een andere blik op – en omgang met - diversiteit. En dat is niet eenvoudig. Het deel eindigt met een hoofdstuk over hoe in Schotland (dat inclusief onderwijs hoog in het vaandel heeft staan) de beroepsgroep aan de hand van het Scottish Framework wordt gestimuleerd om gedurende hun hele opleiding en loopbaan te reflecteren op hun inclusieve onderwijspraktijk. Het tweede deel van het boek gaat verder met die inclusieve praktijk en gaat in op verschillende aspecten van het vormgeven aan inclusief onderwijs. Zo gaat het over het belang van vriendschappen, omgaan met agressie, samenwerken met ouders en buddy- of tutorleren en coöperatief leren. Het derde deel richt zich op het ambacht van de leraar en wat inclusief onderwijs vraagt van de opleiding en het vak. Het vierde deel van het boek behandelt in- en uitsluiten: een deel over de ervaringen vanuit verschillende perspectieven: de leerling, de ouder, de leraar en de schoolleider. Het laatste deel beschrijft de meer beleidsmatige kant van inclusief onderwijs. Het slotakkoord is een bijdrage van Benno Schraepen, met de voor zichzelf sprekende titel: Alle leerlingen profiteren van goed ondersteund inclusief onderwijs.

Het boek bevat aandoenlijk mooie woorden van leerlingen en bijdragen van volwassenen die in hun leven te maken kregen met uitsluiting of juist met insluiting waar die niet vanzelfsprekend was. Het bevat een terugblik op de Nederlandse geschiedenis van inclusief onderwijs, over wat inclusie betekent voor leraren en hun opleiding, over kansengelijkheid, over het partnerschap met ouders en het includeren van nieuwkomers en anderstaligen. Het gaat over vriendschappen, over moeilijk verstaanbaar gedrag, over het nut van samen leren en elkaar helpen en over groepsdynamiek. Het bevat het internationale perspectief, de praktijk, maar ook meer wetenschappelijke uitstapjes en de meer beleidsmatige realiteit. In het boek zijn ook bijdrages opgenomen van bekende namen in het veld (o.a. Hans Schuman, Bert Wienen, Beno Schraepen en uiteraard Peter de Vries en Sofie Sergeant zelf), maar juist ook bijdrages van mensen die we vaak te weinig horen in het gesprek over inclusief onderwijs, terwijl juist hun verhalen zo bepalend zijn. We lezen van op deze manier van ervaringsdeskundigen, hun ouders, leraren, schoolleiders, onderzoekers en opleiders.

Het is door deze diversiteit lastig het boek samen te vatten of in zijn geheel recht te doen, twee hoofdstukken licht ik eruit. Het hoofdstuk Inclusief opleiden: een keuze of standaard in het curriculum, van Peter de Vries. Herkenbaar was de handelingsverlegenheid die leraren benoemen wanneer het gaat over hun ervaringen binnen passend onderwijs. Wanneer ze echter naar oplossingen gevraagd wordt, gaat het over extra handen, kleinere klassen en meer experts. Hieruit spreekt de twijfel bij leraren of de handelingsverlegenheid wel verkleind kan worden. De rest van dit hoofdstuk beschrijft wat er nodig is om het gevoel van handelingsverlegenheid te verkleinen. Het hoofdstuk Inclusief ouders van (een andere) Peter de Vries is ook eentje dat veel lezers verdient. De relatie tussen leraar/school en ouder staat niet zelden onder druk, maar juist deze relatie is zo belangrijk voor het succesvol werken aan inclusief onderwijs. Dat we dan praten over ouders in termen als curlingouders en tijgerouders, is schokkend te noemen, aldus De Vries. Waarna hij gelukkig ook suggesties doet over hoe het anders kan.

Wie hoopt dat hij na het lezen van dit boek precies weet wat hem te doen staat, komt bedrogen uit. Het boek maakt het onderwerp niet simpeler dan het is, het schept in eerste instantie misschien zelfs wel meer verwarring. Maar het geeft inzicht in hoe groot het onderwerp is en hoezeer het te maken heeft met onze eigen (vaak eenzijdige) ervaringen en onze maatschappelijke opvattingen en idealen. Het boek geef daarmee wel een enorme – in mijn ogen noodzakelijke - verdieping aan het gesprek dat ten grondslag moet liggen aan het werken aan inclusief onderwijs.

Voor redacteur Peter de Vries is het boek zijn erfenis aan de gemeenschap: niet lang na het verschijnen van het boek, overleed hij. Sofie Sergeant schreef dit prachtige in memoriam.

 

Sofie Sergeant & Peter de Vries (red.) (2023). Perspectieven op inclusief onderwijs. Gompels&Scavina

 

Puk Witte
Puk Witte is adviseur bij Sardes en redacteur van DNM
p.witte@sardes.nl

#comments#
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.