DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

zondag 06 februari 2022

Switchen en klimmen

Leestip

Jeroen Onstenk, emeritus lector en redacteur van DNM

Switchen en klimmen gaat over het bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs. Het boek laat zien dat leerlingen binnen het onderwijs alleen kunnen slagen (klimmen) als ze effectief (leren) switchen tussen verschillende, mogelijk botsende, taalcodes/repertoires/culturen waar ze in participeren: schoolcultuur, straat (of peer)cultuur, thuiscultuur en werkcultuur (stage). Het boek is het resultaat van een groot onderzoek naar ‘switchgedrag’ van leerlingen in relatie met de ‘klim op de schoolladder’ in een grootstedelijke omgeving. Dat levert in het boek veel treffende citaten op van leerlingen en leraren. Jammer is wel dat er geen expliciete referentie is naar wat de vele uren observaties in het onderzoek hebben opgeleverd.

De boodschap van het boek kan kernachtig worden samengevat: het gaat bij het vergroten van kansengelijkheid niet alleen om het veranderen van het systeem, maar vooral om het versterken van het geloof in eigen kunnen bij leerlingen uit. Leraren spelen hier een fundamentele rol. Effectieve leraren ‘zien’ de leerling en kunnen hun lessen inspirerend en activerend ‘brengen’. Ook zij moeten zelfvertrouwen (self efficacy) ontwikkelen om in superdiverse klassen les te kunnen geven.

El Hadioui en zijn collega’s kijken naar de school vanuit een dramaturgische lens (ontleend aan de socioloog Goffman): het klaslokaal wordt gezien als een podium, waar leerlingen en leraren zich voor elkaar (en hopelijk ook met elkaar) ‘presenteren’, waarbij bepaald taal- en rolgedrag wordt verwacht (en andere buitengesloten). Backstage zijn er “coulissen” voor georganiseerd overleg tussen collega’s en “kleedkamers” voor informele gesprekken. De taalcode die leraren en leerlingen gebruiken, varieert, afhankelijk van hun plek. Op het podium speelt een docent een andere rol dan in de lerarenkamer en bezigt hij andere taalcodes. En dat geldt ook voor leerlingen. Onder vrienden gebruiken ze andere woorden en gedragen ze zich anders dan in de klas. Het is belangrijk dat leraren elkaar en hun leerlingen bewust maken van dit continue switchen. Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen de verschillen vaak kunnen benoemen en inzien. Tot op zekere hoogte kunnen ze ook switchen en de juiste taalcode gebruiken, maar ze doen dat alleen als ze de zin inzien van wat hen op school wordt aangeboden. En de citaten laten zien dat dat (te) vaak niet het geval is. Het goede nieuws (voor hun toekomst) is dat ze dat bij de stage een stuk meer (willen) doen dan op school. Wat niet wil zeggen dat dat altijd lukt, en hier ligt een belangrijk punt voor de begeleiding op school en tijdens de stage.

Switchen en klimmen benadrukt dat het noodzakelijk is om de ‘coulissenruimte’ van leraren en schoolleiders te verbreden en verdiepen, zodat ze meer gelegenheid hebben om met elkaar over de uitdagingen in superdiverse klassen te spreken. Backstage wordt er namelijk op veel scholen weinig verdiepend over schoolcultuur gesproken. Vaak blijft het beperkt tot de handhaving van regels, zonder gesprek over het doel van die regels.

Er zijn bij het boek kanttekeningen te maken. De conceptuele stap van podium naar theater lijkt beter te passen bij de leraren dan bij de leerlingen, voor wie code switching een beter begrip blijft. Het lijkt mij niet erg zinvol om de peercultuur te zien als ‘kleedkamer-gedrag’. Het typeren van begeleiding en aandacht voor burgerschap als ‘coulissen’ van de leerling blijft enigszins geconstrueerd. Als typering van de school ten opzichte van de stage/beroepspraktijk is het vruchtbaarder.

Het onderzoek is gedaan in het MBO. Dat is alleen in hoofdstuk 2 (over stages) zichtbaar, in de rest van het boek niet of nauwelijks. Dat is een bewuste keuze van de auteurs. Ze willen patronen laten zien die ook voor andere onderwijstypen relevant zijn. Dat doen ze ook, maar toch is het jammer, omdat het de interpretatie van de resultaten en sommige aanbevelingen globaler maakt dan nodig is. Het is bijvoorbeeld verwarrend dat gesproken wordt over ‘leerlingen’ in plaats van het voor het mbo meer gebruikelijke deelnemers of studenten. Verwarrend omdat nergens ingegaan wordt op het feit dat het gaat om niet meer leerplichtige jongvolwassenen van 18 jaar en ouder (tot 27). Wat is de invloed van hun eerdere, vaak problematische, schoolervaringen? Die maakt verklaarbaar waarom ze al voldoende hebben leren switchen om op een beroepsopleiding met perspectief terecht te komen. En het geeft meer reliëf aan hun wens op school gezien te worden, erkend in hun levenservaring en voorbereid op hun toekomst.

Het valt ook op dat er weinig kritisch gesproken wordt over het feit dat de studenten op school zo weinig met hun (toekomstig) beroep bezig zijn, terwijl in hoofdstuk 2 (over stages) blijkt dat ze juist dat wel serieus nemen. In het conclusie-hoofdstuk ontbreekt de meest voor de hand liggende aanbeveling: besteed meer aandacht aan concrete beroepsvoorbereiding binnen de school. In hoofdstuk 2 gaat het om zorgopleidingen en zijn bijna alle respondenten meisjes. In hoofdstuk 3 wordt de beroepsrichting niet genoemd, maar zijn de respondenten voor meer dan de helft man. Dus waarschijnlijk zijn er (ook) andere beroepen vertegenwoordigd. Welke rol eventuele verschillen in beroepsculturen spelen blijft echter onbesproken. Dat geldt ook voor eventuele verschillen tussen mannen en vrouwen, al suggereren de citaten dat die er zijn.

Dat alles doet echter weinig af aan de inspiratie die het boek biedt. Het laat zien hoe leraren in het klaslokaal kunnen bijdragen aan kansengelijkheid door spelgevoel, gezag, verbinding en self-efficacy te ontwikkelen in de superdiverse, grootstedelijke klas. Leerlingen kunnen stijgen op de schoolladder wanneer zij erkenning en waardering krijgen van hun leraren, wanneer zij een emotionele band voelen en aangemoedigd worden en als ze lesstof aangeboden krijgen die hen interesseert omdat de stof verbonden is met hun buitenschoolse leefwereld of toekomstige baan.

El Hadioui, I., Slootman, M., El-Akabawy, Z., Hammond, M., Mudde, A.L. & Schouwenburg, S. (2019). Switchen en klimmen. Over het switchgedrag van leerlingen en de klim op de schoolladder in een grootstedelijke omgeving. Amsterdam: Uitgeverij Van Gennep.

 

Jeroen Onstenk
Redacteur De Nieuwe Meso
jeroenonstenk@outlook.com
 



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.